10 februari, 2006

In memoriam: een gedachte

"Vroeger was deelnemen belangrijker dan winnen maar die tijd is allang voorbij."
Dat is wat ik gisteren hoorde uit de mond van een lid van het Belgische Olympisch Comité naar aanleiding van een reportage op ‘Koppen’, een actualiteitenmagazine op het Vlaamse tv1, over Vlaamse skiers die ondanks verdienstelijke internationale prestaties toch niet naar de Olympische Winterspelen in Turijn mogen, .
Deelnemen is belangrijker dan winnen, de olympische gedachte.
Ooit te pas en te onpas gebruikt, een cliché van hadjemedaar, maar nu is ze dood.
Stilletjes weggekwijnd in een rusthuis, tesamen met de grootmoeders en grootvaders wier wijsheden ook geen stuiver meer waard waren.
Ooit waren de Olympische spelen het mekka voor de getalenteerde amateur-sportlui, maar sinds de afschaffing van het verbod op beroepssporters is het vierjaarlijkse evenement verprofessionaliseerd en vercommercialiseerd en is het oorspronkelijke credo bij het oud vuil gezet.
"So what ?" zal je denken.
De olympische spelen zijn dood. Lang leve de Olympische Spelen.
De dood van de olympische gedachte is echter symbolisch: symbolisch voor een verloren naïviteit, symbolische voor het cynisme.
Winnen is het enige dat telt. Je begint er niet aan als je geen reële kans maakt. Geen slechte investeringen of weggegooid geld en vooral geen zotte dromen. Beter niet proberen dan niet winnen..
Geen amateurisme, geen gezellige knulligheid met eik en roodgeblokte gordijntjes maar design en gebarricadeerde deuren.


Hoezoo, verzuring?

Geen opmerkingen: