31 januari, 2006

Ik en de wereld, totnogtoe: Het verlies van een geloof (einde)

Michel Houellebecq beschrijft in zijn boeken meestal de leegte en troosteloosheid van leven in een maatschappij gedomineerd door materialisme. Op een cynische manier omschrijft hij relaties en liefde in termen van marktwaarde. Vooral in "Elementaire deeltjes" gaat hij als kind van mei-68'ers tekeer tegen deze generatie die de hippie-terminologie nu heeft omgezet in zweverige New-age-theorieën. Ook ongenuanceerde anti-moslim uitspraken schuwt hij niet zodat hij zich in Frankrijk de woede van de intellectueel-linkse wereld op de hals heeft gehaald.

Als niet direct zeer succesvolle academicus en verstokt vrijgezel met weinig bewezen potentieel op de markt van de liefde viel het mij niet moeilijk om me met Houellebecq's hoofdpersonages te te identificeren en door hen gïnspireerd heb ik mij dan ook in de wereld van wat Fransen 'Libertinage' noemen gewaagd. Cap d'Agde, parenclubs, parkeerplaatsen, bordelen, cinema's: ik heb het allemaal gedaan.
Maar alhoewel Houellebecq's cynisch wereldbeeld mij raakt, weiger ik mij erbij neer te leggen.
Wat Houellebecq eigenlijk doet, is een vinger recht in de open wonde van onze maatschappij rammen. Die open wonde is de klaarblijkelijke staat van ontbinding die grote stukken van de maatschappij vertoond. Groeiende verindividualisering, vereenzaming, gebrek aan geloof (in ruime, niet zuiver religieuze, zin), uitrafeling van sociale netwerken, vervreemding, onderhuidse angst. Ik ga akkoord met de analyse van Houellebecq dat die voor een groot deel veroorzaakt wordt door de uniaxiale transformatie van onze maatschappij in een marktplein waarin de wet van vraag en aanbod de status van onschendbaarheid verworven heeft. Wel voor mij riekt onschendbaarheid naar fundamentalisme en daarvan is er al genoeg in deze wereld.

Tien jaar na mijn accreditatie als priester van de vrije economie, de technologie en de materiële vooruitgang leg ik mijn pij af. Ikwil ik deze annorectische samenleving (op de rand van flauwte) tot andere inzichten brengen. Ik ga vechten voor een volle, goedlachse, rondborstige maatschappij.

30 januari, 2006

Ik en de wereld, totnogtoe: Het verlies van een geloof (deel 4)

Aanvankelijk richt het werk met de therapeute zich op mijn emotionele reactie. Gebrek aan eetlust, dwangmatig spioneren, ik sta zelf te kijken van wat er met mij gebeurt en kan het absoluut niet benoemen.
Ik dien mijn gevoelens nu dagelijks te noteren en aanvankelijk zijn het nietszeggende beschrijvingen van het verloop van dagen waarin ik geen vijf minuten niet aan R en J (de verliefde vrienden) denk. Gaandeweg begin ik echter gevoelens te verwoorden in metaforische beelden. In dezelfde periode overlijdt mijn favoriete grootmoeder en haar begrafenis wordt een mooie intens-emotionele dag, tevens een dag waarop ik haar spirituele bescherming lijk te ervaren. Zij geeft mij kracht.
Mijn persoonlijke tsunami viert algauw zijn eerste verjaardag en het lijkt erop dat obsessie stilaan wegebt maar het emotionele hooggebergte blijft het overheersende landschap.
Op het werk, in de familie, bij vrienden wordt ik voortdurend van vreugde over woede naar verdriet, twijfel en wroeging geslingerd (en weer terug) en ik mis een warm nest en een schouder om op uit te huilen. Verandering van werk verbetert de situatie een klein beetje. Na een tweede verandering van werk binnen het jaar lijkt ook op professioneel vlak de storm te gaan liggen.
De vriendschap met R en J is ondertussen blijven voortduren met regelmatige woedeuitbartsingen veroorzaakt door hun hardnekkige ontkenning van hun overduidelijke wederzijdse gevoelens. Hieraan komt abrupt een einde als ik bijna exact drie jaar na de oorspronkelijke ontdekking erin slaag hen in flagrante te ontdekken. Ik smijt de hypocrisie op tafel en tegelijk met mijn verhuis naar andere oorden wordt een 15-jaar oude vriendschap met R en de iets jongere vriendschap (7 j) met J definitief verbroken. Een vriendschap die mij de laatste drie heeft leeggezogen.
En dan is het plots emotioneel windstil. Een job met een uitzicht en een eigen huis en voldoende geld op de bank om me iets te permiteren.
Het eerste jaar nog braaf maar algauw hedonistisch geef ik me over aan ALLE geneugten van het leven om na een dikke twee jaar te constateren dat geld vluchtig is en de leegte niet kan verjagen.

Geïnspireerd door Michel Houellebecq, heb ik nu echt het gevoel dat dit mijn lot zal zijn tot het einde mijner dagen.

(wordt vervolgd)

27 januari, 2006

Ik en de wereld, totnogtoe: Het verlies van een geloof (deel 3)


Na twee jaar zoeken vind ik werk. Het leven ziet er plots veel rooskleuriger uit. De tijdelijke job in een loodverwerkend bedrijf inspireert. Ik voel een magische verbondenheid met de eerste smeden uit de ijzertijd.
Het tijdelijk contract blijft echter tijdelijk en zodoende sta ik zeven maand later terug op straat. Niet voor lang. Drie maand later vind ik terug werk, weerom tijdelijk maar ditmaal voor langere duur. Het gaat mij nu duidelijk voor de wind. Ik heb alle geloof in mijn professionele toekomst en een grenzeloos vertrouwen in de leerstellingen van de economie.
De tweede helft van de jaren 90 is dan ook een periode van ongekende economische heropleving en in afwachting van het nieuwe millenium heerst er ongebreideld optimisme.

Op persoonlijk vlak besluit ik na een zoveelste onbeantwoorde verliefdheid op amoureus vlak geen inspanningen meer te doen. Kome wat komt. En wat komt is een aardbeving, een tsunami, een orkaan. Zonder erbij stil te staan ben ik verliefd geworden op een vriendin. Ik had haar leren kennen via mijn beste vriend en ondanks het feit dat zij reeds getrouwd was en een dochter had (en natuurlijk ook een man waren we gaandeweg een onafscheidelijk trio geworden. Jarenlang gingen ik mijn vriend en de vriendin elk weekend één tot twee keer uit terwijl thuisbleef om op de dochter te passen. De dag dat ik begin te beseffen dat ik verliefd ben is tevens de dag ik erachter kom dat mijn vriend en de vriendin meer met elkaar hebben dan alleen maar een vriendschappelijke band.
Ik val in een afgrond en in een poging terug vaste grond onder mijn voeten te krijgen, confronteer ik hen met mijn vermoedens. Zij ontkennen en ik begin een obsessieve zoektocht naar bewijzen totdat de vriendin mij begint te beschuldigen van stalking.
Ik besef dat ik mezelf niet meer in de hand heb. Ik ga in therapie.
Op de periode die dan volgt kijk ik nog altijd terug als de meest intense van mijn leven.
Maanden na ontdekking is er nog altijd geen uur van de dag dat ik niet aan de ontrouwe vrienden denk. Vlagen van jaloezie worden afgewisseld met dagen van hoop, van ontroering en onbeantwoorde hartstocht.

(wordt vervolgd)

26 januari, 2006

Ik en de wereld, totnogtoe: Het verlies van een geloof (deel 2)

Eenmaal Leuven verlaten, wordt hij geconfronteerd met de crisis en het feit
dat zijn CV er niet blinkend bij ligt. Solliciteren verloopt moeizaam.
Eens te meer voelt hij zich op een onbestemde manier gehandicapt.

De werkloze jaren zijn echter niet geheel vruchteloos. Hij leert talen
(Portugees, en wat Russisch , later ook Spaans). Na een eerste jaar met de
vingers draaien begint hij in avondonderwijs een cursus
'Bedrijfsorganisatie', een cursus die een link vormt tussen zijn bijkomende
opleiding en zijn diploma.

Zijn drang naar exotiek brengt hem er ook toe Tai-Chi te leren. Daarbij
wordt hij voor het eerst geconfronteerd met wat de media al bestempeld
hadden als New Age. Oosterse geneeskunde en het gezondheidsaspect van
Tai-Chi vindt een gretig verdediger in zijn lerares. Collega-leerlingen
dwepen met chakras, shiatsu, sjamanisme.

Zijn opleiding dwingt hem nu sceptisch te zijn, zijn rechtvaardigheidsgevoel
om open te staan. Geen vooroordelen, geen valse zekerheden.
Twijfelen maar dan in twee richtingen. En natuurlijk ziet hij de economische
belangen die achter een verdediging van de superioriteit van de wetenschap
staat.
Natuurlijk erkent hij dat aan eeuwenoude kennis geen patenten te slijten
zijn. Tegelijkertijd vindt hij de hele New Age beweging zweverig en dikwijls
niet vies van financieel winstbejag met uitwassen van oplichterij.

Zijn interesse in de materie is in ieder geval gewekt.

Tegelijkertijd studeert hij portugees, weerom geen logische keuze maar
ingegeven door de muzikaliteit van de taal en een amour fou voor
Braziliaanse muziek.
Hier leert hij Paulo Coelho kennen.
Kort daarop leest hij 'De pelgrimstocht naar Santiago' en het raakt hem vlak
in het gezicht.
Andere boeken van Coelho zullen volgen en telkens laaft hij zich aan een
spiritualiteit die niets zweverig heeft, die vol is van waarachtige emoties
en verlangens.

Tai Chi en Coelho: Twee vensters in zijn ziel zijn geopend wie wil er
binnenkijken?

(wordt vervolgd)

25 januari, 2006

Ik en de wereld, totnogtoe: Het verlies van een geloof (deel 1)

Hoe komt een ingenieur in godsnaam ( ! ) zover?

Ergens aan de rand van de Kempen werd eind jaren zestig (mei '68 smeulde nog
na) een jongetje geboren als eerste in een familie die nog stevig in het
streng katholieke Vlaanderen van vlak na WOII. Als enige zoon en eerste kleinkind binnen de familie wordt het jongetje drie jaar lang de oogappel van moeder, vader, grootouders, ...

Dan worden zijn broers geboren, een solied eeneiïge tweeling, vastberaden hun plaatsje in de wereld te veroveren. Van dan af moet het jongetje een reeds op voorhand verloren strijd leveren om zijn privileges te verdedigen. Steeds meer krijgt hij het gevoel dat hij zich moet verschransen. Alles kan tegen hem gebruikt worden.

Als de jongen zes wordt verhuist het gezin naar hartje Kempen. Op de grote school wordt het jongetje zonder te beseffen waarom een vreemde eend in de bijt en belandt bij het groepje kinderen dat regelmatig pesterijen moet ondergaan van andere kinderen. Alles kan tegen hem
gebruikt worden. Dit zal tot zijn 16de zo blijven.

Halverwege de jaren tachtig is hij opgegroeid tot een adolescent met een flinterdun laagje zelfvertrouwen en weinig ruggegraat, overbeschermd door zijn ouders, maar niettemin nog overtuigd dat er voor hem een mooie toekomst is weggelegd.
De eerste confrontaties met meisjes zijn beangstigend.
Als de storm van de puberteit gaat liggen, vertrekt onze jongeman naar
Leuven. Hij gaat studeren.

Wat gaat hij studeren?
Geen archeologie zoals hij droomde toen ie 13 was en 'Raiders of the Lost
Ark'
zag. Geen psycholoog of psychiater zoals hij begon te dromen nadat hij
overhoop gegooid was door een boek over de genezing van een vrouw met
16-voudige persoonlijkheid (Sybil). Ook geen regisseur zoals zijn
uitgeproken cinefiele aard kon doen vermoeden.

Hij zou ingenieur worden, zoals zijn vader wilde, zelf ook een ingenieur.
Het worden rampzalige jaren. Hij dubbelt beide kandidaturen en maakt zonder
veel kleur de ingenieursjaren af.

De eerste verliefdheden zijn gedoemd om te mislukken bij de
ingenieur-in-spe. Hij begint iets gewaar te worden van wat later emotioneel
analfabetisme zal blijken te zijn.

De meestal onwetende meisjes waarop hij verliefd wordt, brengen hem wel in
kontakt met andere werelden. Sociaal engagement, andere culturen, filosofie,
sociologie, antropologie, het zijn de eerste gaatjes in de oogkleppen die
zijn exact wetenschappelijke opleiding hem had opgezet.

Hij beëindigt na 8 jaar zijn Leuvense periode met een mijlpaal.
In volle economische crisis (1993) die voor het eerst in de geschiedenis ook
de werkgelegenheid voor universitaire ingenieurs aantast beslist hij zijn intrede op de arbeidsmarkt nog een jaar uit te stellen.

Hij besluit een post-academische opleiding 'Internationale betrekkingen' te volgen.
Het programma is een combinatie van politicologie/sociologie, economie en
rechten. De keuze wordt voor het eerst in zijn leven volledig met het hart
gemaakt.

(wordt vervolgd)

24 januari, 2006

In het begin was er twijfel

Een ingenieur leert men, zoals elk ander wetenschapper, kritisch te zijn. En kritisch zijn betekent twijfelen.
Om de twijfel weg te nemen gaat men op onderzoek.
Rond mijn twijfel en het onderzoek wil deze blog weven.

Feitelijk voel ik me soms een 21ste-eeuwse ketter, ik twijfel namelijk aan de wetenschap, het rationalisme.

Ik zie daarbij parallelen met de situatie ten tijde van Copernicus en Galilei.
En de verbetenheid waarmee iemand als Etienne Vermeersch tewerk gaat (http://www.etiennevermeersch.be) tegen eenieder die zich religieus of spiritueel geïnspireerd noemt, moeten menig inquisiteur uit de Middeleeuwen bleek doen uitslaan. Vermeersch hanteert in menig debat nog net geen martelpraktijken om zijn tegenstander tot andere gedachten te brengen.

Degenen die mij nu direct in hun spiritueel of religieus hoekje willen trekken, zijn bij mij echter ook aan het verkeerde adres.
Surfend op het internet vindt men gigantisch interessante zaken maar ook dingen die onthutsend wazig of malafiede zijn (http://www.livinginsight.net).

Grasduinend in deze massa aan informatie van zowel believers als sceptici (bv. http://www.skepsis.nl) wil ik hier regelmatig mijn twijfel delen om tot boeiende en hopelijk verhelderende discussies te komen.

23 januari, 2006

Het begin: Big Bang of Aards Paradijs


Een klein testje om te zien of de schepper zijn werk wel goed gedaan heeft. (lol)