24 februari, 2006

Waarom cultuurrelativisme een vies woord is

Maar nog geen taboo.
In de voorbije weken viel hier en daar in de context van de Deense cartoons (of wat had je gedacht) wel eens het woord cultuurrelativist.
Meestal werd het gebruikt om een argument in de kiem te smoren en werd het als een stigma (of zo je wil als scheldwoord) gebruikt. Maar wat is cultuurrelativisme en waarom vinden sommige mensen het nou vies klinken?
Cultuurrelativisme is vooreerst een postmodern begrip. In het postmoderne tijdperk is niets los te denken van zijn omgeving. Waarneming is subjectief en interpretaties nog subjectiever. Cultuurrelativisme is de stelling dat men andere culturen niet zomaar vanuit zijn eigen cultuur kan beoordelen. Elke observatie gebeurt met een bril op en die bril is de eigen cultuur. Die durft de perceptie nogal eens beïnvloeden.

Nu is dat relativisme een probleem.
De mensenrechten, je weet wel, die waarden die wij hier in het westen als heilig beschouwen zijn eigenlijk culturele waarden. Ze zijn bijna rechtstreeks terug te brengen naar het tijdperk van de Verlichting en dus Europees en bij uitbreiding westers (Ze worden in meer (Vrijheid) of mindere (Gelijkheid, Broederlijkheid) ook aanvaard in de Verenigde staten).

Nu voelen we allemaal wel aan dat die mensenrechten waardevol zijn en je trekt ze niet zomaar in twijfel. Maar het zijn cultuurelementen en als dusdanig vatbaar voor misbruik door cultuurimperialisten. Het cultuurrelativisme wijst op dat gevaar.
Omgekeerd kan het cultuurrelativisme misbruikt worden om dictaturen en andere sociale misstanden te vergoelijken.

Zeer vervelend voor elke gemeende of zelfverkondigde wereldverbeteraar die vanuit een gerechtvaardigd doel ( de universele rechten van de mens) ten strijde wil trekken tegen dictators of andersontwikkelende maatschappijen. Hij blijft immers beschuldigbaar van platvloers nationalisme, zeker als er geen consequente lijn in de pogingen tot verbetering van de wereld zitten en de klemtonen en prioriteiten nogal eens willen verschuiven afhankelijk van de politieke en vooral economische context.

Nog vervelender is het voor de Westerse zakenwereld die daardoor niet zomaar de hele wereld kan volbouwen met fastfoodrestaurants, call centers en shopping malls.

Ik hoef waarschijnlijk niet uit te leggen dat ik het vies woord deze weken vooral uit de mond heb horen komen van mensen met (ultra-)liberaal discours (Derk-Jan Eppink bv. om er maar een te noemen).

Meer en meer wordt mij bij overwegingen zoals deze duidelijk dat er ook in onze zelfverklaarde vrije wereld nieuwe taboes zijn of dreigen te ontstaan. Wat is een vies woord anders dan het voorgeborgte van het taboe?

14 februari, 2006

Cartoons voor Mohammed (vervolgd)


Met groeiend afgrijzen kijk ik naar de cartoon-rel.
Er is daarvoor eigenlijk al te veel blogruimte vuil gemaakt, maar ik kan mij toch niet aan de indruk ontdoen dat dit een onderonsje is van extremisten onder elkaar.

De teneur herinnert aan oorlogscartoons of het soort foute humor dat door recht- en links extremisten gebezigd wordt. De oorsprong van de cartoons (publicerende krant is Jyllands-Posten die bij centrum en links Denemarken de bijnaam "Morgenfascisten Jyllandspesten" (De Morgenfascist-Jutlands pest) heeft infeite het Deense Pallieterke dus)
De reactie van de moslimwereld komt ook op een verdacht moment (cartoons zijn al enkele maanden oud) en het verhaal achter de verspreiding maakt duidelijk dat er militante doeleinden mee gediend werden.
Ook de ongematigdheid in reactie en de overheersende stem van moslim-fundamentalistische bewegingen in het debat.
Gefundeness fressen voor rechts-extremisten en fundamentalistische christenen , die zich plots opwerpen als beschermers van de vrijheid van mening (enige schijnheiligheid is hen niet vreemd) en hysterisch uitroepen: ‘Zeg niet dat we jullie niet gewaarschuwd hebben’. om dan naarstig hun emmertje olie op het vuur gooien. Intussen zijn ook fundamentalistische joden handenwrijvend hun duit in het zakje aan het doen.
Eén groep die met evenveel vuur deelneemt aan het debat heeft echter maar die in de westerse media nog geen etiket hebben gekregen zijn, en die ik bestempel als de fundamentalistische atheïsten. Mensen met een missie, nl. de wereld overtuigen elke religieuze uiting irrationeel en daarom verwerpelijk is.
Vooral hier in Europa zijn ze een belangrijke groep. Men vindt meestal terug in kringen van skeptici en ultra-liberalen. Het meest uitgesproken voorbeeld van deze groep is Etienne Vermeersch, waarover ik het reeds vroeger had. Voor Etienne was reeds eerder de hoofddoek een steen des aanstoots en hij bespeelt nu ook met verve de cartoonrel. Pas op als atheist en ultra-rationalist is den Etienne consequent en hij haalt bij gelegenheid even vrolijk uit naar christenen,, nooit gehinderd door enig respect voor het individu en diens overtuiging.
Kortom alle fundamentalisten staan op de barricaden en worden vrolijk opgejut door een groot deel van de media, die sowieso aan respect een broertje dood hebben.
Met grote ogen staat de meer gematigde en verzoenende langs de kant hoofdschuddend toe te kijken.

Een positief uitvloeisel van dit circus is dat ik voor mezelf een gedegen beeld ga vormen van de Islam en ik begin bij ‘Islam’ van Karen Armstrong.
Over extremisme en fundamentalisme later meer.

10 februari, 2006

In memoriam: een gedachte

"Vroeger was deelnemen belangrijker dan winnen maar die tijd is allang voorbij."
Dat is wat ik gisteren hoorde uit de mond van een lid van het Belgische Olympisch Comité naar aanleiding van een reportage op ‘Koppen’, een actualiteitenmagazine op het Vlaamse tv1, over Vlaamse skiers die ondanks verdienstelijke internationale prestaties toch niet naar de Olympische Winterspelen in Turijn mogen, .
Deelnemen is belangrijker dan winnen, de olympische gedachte.
Ooit te pas en te onpas gebruikt, een cliché van hadjemedaar, maar nu is ze dood.
Stilletjes weggekwijnd in een rusthuis, tesamen met de grootmoeders en grootvaders wier wijsheden ook geen stuiver meer waard waren.
Ooit waren de Olympische spelen het mekka voor de getalenteerde amateur-sportlui, maar sinds de afschaffing van het verbod op beroepssporters is het vierjaarlijkse evenement verprofessionaliseerd en vercommercialiseerd en is het oorspronkelijke credo bij het oud vuil gezet.
"So what ?" zal je denken.
De olympische spelen zijn dood. Lang leve de Olympische Spelen.
De dood van de olympische gedachte is echter symbolisch: symbolisch voor een verloren naïviteit, symbolische voor het cynisme.
Winnen is het enige dat telt. Je begint er niet aan als je geen reële kans maakt. Geen slechte investeringen of weggegooid geld en vooral geen zotte dromen. Beter niet proberen dan niet winnen..
Geen amateurisme, geen gezellige knulligheid met eik en roodgeblokte gordijntjes maar design en gebarricadeerde deuren.


Hoezoo, verzuring?

04 februari, 2006

Cartoons voor Mohammed: een andere kijk

Stel:
Een krant roept cartoonisten op om pakweg de socialisten belachelijk te maken, daarbij uitdrukkelijk vragend dat het kwetsend probeert te zijn.

Het zou geïnterpreteerd worden als een daad van vijandigheid. Toch haalt een Deense krant iets vergelijkbaar uit met betrekking tot de moslims. En heel het westen schreeuwt moord en brand als daar vanuit de Islam protest tegen komt. Als men mensen opzettelijk krengt in het diepst van hun wezen mag men hevige reacties verwachten. De socialisten zouden wellicht ook protesteren en ik ben niet zeker of ze daarbij hun militanten in de hand zouden kunnen houden.

Voor mij is dit incident tekenend voor een maatschappij waar respect een derde rangswaarde is geworden, waar in naam van een bepaald soort invulling van het begrip vrijheid dingen moeten kunnen waar ik mij heel slecht bij ga voelen.

Ik wil hier niet de waarde van de persvrijheid aanvallen. Er kunnen voor mij niet genoeg waarden zijn. Maar de invulling ervan baart mij zorgen.
Weinig waarden lijken mij zo onschendbaar als de persvrijheid in het westen. En onschendbaarheid ruikt naar fundamentalisme.
In naam van de persvrijheid mogen publieke personen beschimpt worden en minder publieke personen verdacht gemaakt zonder gegrond bewijs.

De verering van de persvrijheid heeft een nieuw hoogtepunt bereikt als in naam van deze vrijheid door een krant (imam van dit geloof) tientallen miljoenen mensen belachelijk gemaakt worden.

Omdat ik iedereen voor zichzelf wil laten oordelen vindt u de cartoons op bijgevoegde link. Bedenk dat de islam de afbeelding van de profeet op zich al schennend vindt en hiertoe werd door de krant expliciet opgeroepen.
Probeer u daarbij ook voor te stellen dat u een godsvruchtig zij het gematigde moslim bent.